ik ben juul smulders mijn site heet suusy omdat mijn broer toen hij vroeger klein was nog geen juul of zusje zegen en toen werd het suus het is daarom mijn bijnaam ik ben elf jaar oud en ik heb een vreselijke broer die goed kan irriteren (maar dat kan ik ook heel goed terug). mijn hobbys zijn paardrijden, schrijven met vrienden of vriendinnen & kenissen, scouting, muziek luisteren en lezen ik heb deze site met dieren info gemaakt omdat ik het leuk vind als jullie een spreekbeurt/verslag hebben over deze dieren en hier bij wat infomatie wil je meer weten, vragen of vertellen laat dan een berichtje achter op mijn site (tweede balk van boven)naam en e-mail adresen ik probeer je te beantwoorden -xxx-suusy
Leeft op de Afrikaanse savanne ● Eet voornamelijk acaciabladeren ● Wordt 20 tot 25 jaar oud ● Weegt 800 tot 1.900 kilo (hengsten), of 550 tot 1.100 kilo (merries) ● Krijgt 1 jong ● Na een draagtijd van 14 of 15 maanden. Dikke lippen Giraffen eten de bladeren en twijgen van bomen. Voornamelijk van de acacia, want die komt het meest voor op de Afrikaanse vlakten. De boom heeft lange doorns van wel vijf centimeter lang. Toch hebben de giraffen daar geen last van. Hun mond en lippen zijn immers bedekt met een eeltlaag. Daardoor voelen ze de stekels niet. Hoog in de boom Door hun lange nek, hun flexibele bovenlip en hun ongeveer 45 centimeter lange tong kunnen giraffen selectief plukken. Zo halen ze alleen de bladeren van de boom af. En daardoor kunnen ze ook bij de hoogste bladeren, die waar de andere dieren niet bij kunnen. De vrouwtjes richten zich wel op lagere bladeren, ongeveer op schouderhoogte. Hieraan zie je in het veld onder meer het verschil tussen de mannen en de vrouwen. Geen hechte band Giraffen zijn tegenover elkaar erg afstandelijk en vormen geen langdurige band. Ze staan vaak minstens twintig meter uit elkaar. Alleen tijdens het eten of als er een roofdier in de buurt is, komen ze dichter bij elkaar. Een groep giraffen bestaat uit dertig tot vijftig dieren en kent geen echte leider. Er is wel een rangorde, maar die valt nauwelijks op. Een giraf dat hoger in rangorde staat, houdt z’n kop en kin hoger en mag een dier lager in rang de pas afsnijden.
Leeft in Zuid-Afrika ● Eet gras en planten die korter zijn dan 15 cm ● Wordt tot 15 jaar oud ● Weegt 215 tot 250 kilo ● Krijgt 1 jong ● Na een draagtijd van 8 tot 9 maanden. De droge tijd In het droge seizoen komen gnoes samen in gebieden waar voldoende gras en water is te vinden. Vroeger vormden ze kuddes van meer dan 100.000 dieren, maar omdat in veel natuurgebieden hekken zijn geplaatst, zijn deze grote kuddes bijna verdwenen. De natte tijd In het natte seizoen leven de vrouwen in groepen van ongeveer acht dieren. Mannen kiezen hun leefgebied het liefst in de buurt van water. Als zij geen eigen leefgebied hebben, vormen ze vrijgezellengroepen met andere mannen. Baby-boom Bijna alle kalveren worden in een periode van drie weken geboren. Die pasgeboren kalveren zijn een gemakkelijke prooi voor roofdieren. Gelukkig kunnen roofdieren maar een beperkte hoeveelheid vlees per dag eten. Daardoor blijven er meer kalveren over dan wanneer ze verspreid over het hele jaar worden geboren. Als de kalveren wat ouder zijn, hebben ze een grotere kans om aan roofdieren te ontkomen.
Leeft in Zuidoost-Azië ● Eet voornamelijk krabben, mosselen, vis en andere kleine waterdieren ● Wordt zo’n 12 jaar oud ● Weegt 5 kilo ● Krijgt 1 tot 7 jongen ● Na een draagtijd van 2,5 maand. Flink gezin Aziatische kleinklauwotters leven in groepen van ongeveer vijftien dieren. Zo’n groep bestaat uit twee ouders en een heleboel jongen. De mannetjes en de oudere ‘kids’ helpen als er nieuwe jongen zijn geboren. Ze brengen moeder en de jongen voedsel. Maar ze beschermen ook de plek waar ze leven. Ze leren de jongen zelfs zwemmen. Sommige ‘kids’ verlaten het gezin al na vijf maanden. Anderen blijven wel zes jaar bij hun ouders. Gevaar De netten die vissers gebruiken, zijn gevaarlijk voor de Aziatische kleinklauwotters. Die vinden de vis in zo’n net heerlijk. Maar als ze aan hun feestmaal willen beginnen, zitten ze vast in het visnet en verdrinken ze. Omdat hun leefgebied verdwijnt worden ze ook met uitsterven bedreigd. En er zijn helaas ook nog mensen die stiekem op de otters jagen.
Leeft in Ethiopië, Somalië, en Noord-Kenia ● Eet voornamelijk gras ● Wordt zo’n 20 jaar oud ● Weegt tot 450 kilo ● Krijgt 1 jong ● Na een draagtijd van 12 maanden. Grote eters Grévy zebra’s leven op de dorre grasvlakten van Oost-Afrika. Ze moeten grote hoeveelheden eten om voldoende stoffen binnen te krijgen. Helaas worden in hun leefgebied ook veel geiten gehouden. Die eten zoveel dat er voor de Grévy zebra (te) weinig voedsel overblijft Snelle daling In Ethiopië is aantal Grévy zebra’s de laatste twintig jaar gedaald van 1.500 tot 110. Mensen zoeken naar mogelijkheden om de Grévy zebra’s te beschermen. Veel dierentuinen, waaronder Safaripark Beekse Bergen, steunen dit onderzoek met financiële bijdragen. Ook proberen dierentuinen zoveel mogelijk met deze dieren te fokken. Wachten op vrouwen Grevy zebra’s vormen tijdelijke kudden van één hengst en aantal merries. Een hengst verdedigt zijn leefgebied tegen andere mannen en verlaat zijn gebied bijna nooit. Zelfs niet als een groep vrouwen dit wel doet. Hij blijft wachten op een volgende groep merries om mee te paren.
Leeft in de Gobi-woestijn in centraal-Azië ● Eet gras, kruiden en twijgen ● Wordt zo’n 20 jaar oud ● Weegt tot maximaal 800 kilo ● Krijgt 1 jong ● Na een draagtijd van 12 tot 13 maanden. Zandvrij De kameel beschermt zichzelf goed in de Gobi-woestijn. Daar wordt het in de winter erg koud, maar zomers erg warm. In het voorjaar verliest hij dan ook weer zijn dikke wintervacht. Om geen last te hebben van het zand heeft de kameel gespierde neusvleugels waarmee hij zijn neusgaten kan afsluiten. Door zijn kleine oren en lange wimpers voor zijn ogen houdt hij ook deze zandvrij. En met zijn eeltzolen heeft hij zomers geen last van brandend zand. Dorstig type Na een lange tocht drinkt een kameel wel 120 liter water in één keer om zijn vochttekort aan te vullen. Dat vocht verliest hij maar weinig via mest of urine. Nog geen liter per dag. De rest slaat hij allemaal op in zijn rode bloedcellen. Die vormen samen met het vet in zijn bulten een ‘energievoorraad’ waarmee hij langer dan tien dagen in de woestijn kan blijven.
leeft in de rotsgebieden van Oost-Ethiopië en Somalië, en aan de kust van het Arabisch schiereiland ● Eet vruchten, twijgen, insecten, reptielen, vogels en soms kleine antilopen ● Wordt 25 tot 30 jaar ● Vrouwtjes wegen 5 tot 10 kilo, mannetjes zelfs tot 15 kilo ● Krijgt 1 jong, soms een tweeling ● Na een draagtijd van 5,5 maanden. Grijze jas en rode billen De mantelbaviaan valt op door zijn kraag met lange, grijze haren. Alleen de volwassen mannetjes hebben zo’n fraaie kraag. Bijzonder is ook het rode achterwerk. Bij vrouwtjes zwelt dat achterwerk tijdens de maandelijkse vruchtbare periode enorm op. Alle mannetjes vinden dat heel aantrekkelijk. Maar alleen de leider van de groep mag met haar paren. Samen sterk Mantelbavianen leven in grote groepen. Een grote groep bestaat weer uit kleinere groepen. De kleinste groep is de harem, met één volwassen man en diverse vrouwtjes met hun jongen. Harems die familie van elkaar zijn, vormen een ‘clan’ en zoeken samen voedsel. Tussen die families is er geen strijd. Ze steunen elkaar ook bij gevaar. Aan het einde van de dag komen de clans op rotsen samen om te slapen. Bij elkaar soms wel honderden dieren.
Leeft in Nepal, Bhutan, Tibet, Birma en West-China ● Eet voornamelijk bamboescheuten ● Wordt zo’n 13 jaar oud ● Weegt 3 tot 4,5 kilo ● Krijgt 1 tot 4 jongen ● Na een draagtijd van 130 dagen. Actieve klimmer De rode panda leeft hoog in de bergen van de Himalaya, op 2.000 tot 4.800 meter hoogte. Het kleine dier, dat bijna altijd in bomen zit, is vroeg in de ochtend actief, maar ook vroeg in de avond. Zijn behaarde voetzolen zorgen ervoor dat hij niet uitglijdt en dat hij warme voeten houdt. Slurpen De rode panda wast zich als een kat. Eerst likt hij de zolen van zijn voorpoten. Daarmee wrijft hij dan een paar keer over zijn voorhoofd en zijn oren. Drinken doet hij wat minder netjes. Hij slurpt het water op. En eten? De rode panda steekt zijn voorpoot in papachtig voedsel en likt die dan af. Hij eet bamboescheuten, maar ook fruit, bessen, zaden, en soms kleine dieren, insecten en paddestoelen.
Leeft op de Afrikaanse savannen ● Eet knaagdieren, kikkers en soms vogels ● Wordt zo'n 14 jaar oud ● Weegt 8 tot 14 kilo ● Krijgt 2 tot 3 jongen ● Na een draagtijd van 10 tot 11 weken. Hoog gras Servals leven op grote delen van de Afrikaanse savanne. Daar verblijven zij in de buurt van water waar voldoende hoog gras staat. In dicht beboste of droge gebieden kom je geen servals tegen. Op goed geluk Meestal jagen servals overdag. Daarbij gebruiken ze soms alleen hun gehoor. Minutenlang speuren ze met hun ogen dicht, maar met hun oren open, de omgeving af. Servals kunnen zó goed horen dat ze zelfs een insect of knaagdier onder de grond kunnen herkennen. Ze weten dan precies waar ze moeten graven. Ook vogels staan op het menu. Met sprongen van twee meter hoog plukken ze deze uit de lucht. Soms rennen ze op goed geluk zigzaggend door het hoge gras. Naar alles dat ze zien bewegen halen ze uit.
leeft in West-Brazilië, Oost-Peru en Bolivia ● Eet bloemen, vruchten, zaden, insecten, jonge vogels en eieren ● Wordt 10 tot 15 jaar oud, soms 21 jaar ● Weegt 1 kilo ● Krijgt 1 jong ● Na een draagtijd van 6 maanden. Lekker luchtje Doodshoofdapen leven met twintig tot honderd soortgenoten in de bomen van het Zuid-Amerikaanse regenwoud. Ze komen zelden op de grond. Elke aap smeert zijn vacht in met urine. Met die eigen geur maakt hij zijn aanwezigheid kenbaar. Grote baby’s Een paar uur na de geboorte draagt een moeder haar jong al mee op de rug. Een flinke vracht, want met ongeveer honderd gram is de jonge doodshoofdaap een grote baby. Na een paar weken dragen ook andere vrouwen uit de groep het jong. Jong geleerd… De ‘kids’ onderzoeken alles en spelen veel met leeftijdsgenoten. Zo leren ze veilig van tak naar tak te springen, insecten te vangen en drinkplaatsen te vinden. Na een jaar weten de jonge apen genoeg om zelfstandig te leven.
Leeft op de Afrikaanse savanne, ten zuiden van de Sahara. ● Eet voornamelijk gazellen, impala’s, hazen, gnoekalveren en vogels ● Wordt zo’n 10 jaar oud, in gevangenschap tot 15 jaar ● Weegt 40 tot 65 kilo ● Krijgt 3 tot 5 jongen, soms zelfs 8 ● Na een draagtijd van 90 tot 95 dagen. Korte inspanning Tijdens de jacht rent een jachtluipaard ongeveer 65 km per uur, maar hij kan nóg harder lopen. Zelfs meer dan honderd km per uur. Hij nadert een prooi tot op dertig tot vijftig meter afstand. Dan achtervolgt hij zijn prooi met een korte sprint. Als hij z’n prooi na driehonderd meter lopen nog niet te pakken heeft, stopt hij ermee. Als hij wel zijn prooi heeft te pakken, is hij nog niet verzekerd van een rustige maaltijd. Andere roofdieren, zoals leeuwen en hyena's, pikken een deel van de buit in. Daarom schrokt hij het vlees zo snel mogelijk op. Verschillende groepen Een vrouwtje leeft een paar jaar samen met haar jongen. Als de jongen hun moeder verlaten, trekken de jongen nog een tijdje samen op. Oude vrouwtjes of vrouwtjes zonder jongen leven vaak alleen. Mannetjes leven alleen, met z'n tweeën of drieën. Samenlevende mannen zijn vaak broers.
Leeft in Zuidwest-Madagascar ● Eet vruchten, bladeren en soms insecten ● Wordt tot 20 jaar oud ● Weegt 3,5 kilo ● Krijgt 1, vaak 2 jongen ● Na een draagtijd van 4,5 maand. Vrouwen de baas Ringstaartmaki’s zijn sociale dieren en leven in groepen van soms wel dertig dieren. Mannen en vrouwen hebben elk hun eigen rangorde. Een absolute leider is er meestal niet. Uiteindelijk zijn de vrouwen de baas over de mannen. Eén van de mannen heeft meer contact met de vrouwen dan de anderen. In het paarseizoen mag hij als eerste met hen paren. Antislip Rotsachtige gebieden met struiken en weinig bomen vormen het natuurlijke leefgebied van de ringstaartmaki. De onderkant van zijn handen en voeten is leerachtig. Zo heeft het dier een betere grip tijdens het lopen over de rotsen. De ringstaartmaki is bijna de hele dag op zoek naar voedsel. Hierbij kan hij een afstand afleggen van één kilometer. Aan het begin van de middag neemt hij een pauze. Leeft in Zuidwest-Madagascar ● Eet vruchten, bladeren en soms insecten ● Wordt tot 20 jaar oud ● Weegt 3,5 kilo ● Krijgt 1, vaak 2 jongen ● Na een draagtijd van 4,5 maand. Vrouwen de baas Ringstaartmaki’s zijn sociale dieren en leven in groepen van soms wel dertig dieren. Mannen en vrouwen hebben elk hun eigen rangorde. Een absolute leider is er meestal niet. Uiteindelijk zijn de vrouwen de baas over de mannen. Eén van de mannen heeft meer contact met de vrouwen dan de anderen. In het paarseizoen mag hij als eerste met hen paren. Antislip Rotsachtige gebieden met struiken en weinig bomen vormen het natuurlijke leefgebied van de ringstaartmaki. De onderkant van zijn handen en voeten is leerachtig. Zo heeft het dier een betere grip tijdens het lopen over de rotsen. De ringstaartmaki is bijna de hele dag op zoek naar voedsel. Hierbij kan hij een afstand afleggen van één kilometer. Aan het begin van de middag neemt hij een pauze.
Leeft in zuidelijk Afrika ● Eet insecten, zoogdieren, eieren en plantaardig voedsel ● Wordt zo'n 13 jaar oud ● Weegt 600 gram tot 1 kilo ● Krijgt 2 tot 5, maar meestal 3 jongen ● Na een draagtijd van 11 weken. Handige nagels Stokstaartjes hebben lange en scherpe nagels die ze gebruiken bij het graven van holen en tunnels. Deze tunnels zijn vijf tot soms wel dertig meter lang. Samen vormen ze een stelsel dat negentig ingangen kan hebben en twee meter diep kan zijn. Er zijn verschillende kamers. Een slaapkamer, een kinderkamer en toiletruimtes. Stokstaartjes gebruiken hun nagels ook om hun lichaam te verzorgen. Ze peuteren hun vacht schoon en gebruiken ze als tandenstoker. Op wacht Tijdens het zoeken naar voedsel staat er meestal één stokstaartje op wacht. Deze wachter staat dan op de achterpoten en steunt op zijn staart. Hij zoekt vaak het hoogste punt op. Wanneer hij alarm slaat, vluchten alle stokstaartjes het hol in. Komt het gevaar uit de lucht, bijvoorbeeld van een roofvogel, dan maken ze een fluitend geluid. En nadert een jakhals, dan klinkt de alarmroep als een schor geblaf.